Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Van wachtkamer naar tijdelijke thuisplek: wat kinderen écht nodig hebben in opvang

“Een opvang is geen thuis, maar voor kinderen wél hun leefwereld.” Dat eenvoudige inzicht kan een belangrijk vertrekpunt zijn van gemeentelijk opvangbeleid. Nieuw onderzoek van Elise Peters, Hans Teerds en Nicole van den Bogerd (2025) laat zien dat opvanglocaties soms ontworpen zijn als een soort “veilige containers”, vooral gericht op tijdelijke veiligheid. Maar voor kinderen is zo’n plek hun primaire leefwereld. 

 

 

Foto: Allard de Witte

Door Elise Petersvrijdag 5 december

Om te begrijpen hoe kinderen hun plek vinden in de Nederlandse opvang, volgden de onderzoekers kinderen tussen 4 en 12 jaar in opvanglocaties voor asielzoekers, dakloze gezinnen en vrouwenopvang. De kinderen fotografeerden hun favoriete plek en legden uit waarom juist die plek favoriet was. Hun beelden laten zien dat kinderen hun leefwereld vormen, ook op plekken die daar nooit voor bedoeld zijn.

Tussen regels en ruimte

De foto’s en verhalen van kinderen laten een aantal interessante spanningen zien:

  • orde versus ruimte voor persoonlijke expressie. De meeste opvangruimtes zijn sober en generiek ingericht, inwisselbaar voor wie er komt wonen. Toch noemen kinderen juist de plekken met eigenheid, met kleuren, planten, uitzicht en kunst als favoriet, omdat het daar mooi is en als thuis voelt.
  • nabijheid tot ouders versus zelfstandigheid van het kind. Kinderen kiezen nooit hun eigen woonunit als favoriete plek, maar altijd plekken waar ze met andere kinderen samen konden spelen, zoals de gezamenlijke keuken of de parkeerplaats. Hun favoriete plekken liggen nét buiten de ouderkamer, dichtbij genoeg om zich veilig te voelen, ver genoeg om uit het zicht te zijn en zelf te spelen. 
  • beheersbaarheid versus vrij spel. Kinderen kiezen algemene ruimten als hun favoriete plek, zoals gangen en trappenhuizen. Daar ontstaan dus legobouwwerken en herrie. Terwijl volwassenen in de gemeenschappelijk doorloopruimtes graag rust en overzicht houden, vinden kinderen juist daar vrijheid om samen te spelen. 
  • veiligheid versus vrijheid. Veiligheid blijkt voor kinderen niet alleen te zitten in sloten en muren, maar juist in ruimtes waarin zij overzicht hebben door voorspelbare materialen, zichtlijnen, duidelijke grenzen aan de ruimte, met de vrijheid om daarbinnen vrij te spelen.

Juist in deze spanningen en ogenschijnlijke tegenstrijdigheden schuilt de sleutel tot een kindvriendelijkere opvang. U kunt ze in kaart brengen binnen de lokale context en pleiten voor beleid dat ruimte laat om met die spanningen om te gaan.

Tot slot

De studie eindigt hoopvol: kinderen blijken creatief. Ze maken hun favoriete plekken in omgevingen, ook als die niet voor hen bedoeld zijn, zoals een stil hoekje in de waskamer of een lange gang die zich perfect leent voor tikkertje. Het artikel laat dat zien “hoe kinderen zelf plekken van rust, spel en schoonheid weten te creëren, zelfs in contexten die afstandelijk en tijdelijk zijn.”

Bron: Understanding shelters as children’s places: an analysis of the favourite places of 4–12 year olds

Over de auteur: Elise Peters is onderzoeker Urban Care and Education bij Windesheim Almere.