Motieven en praktijk
De decentralisaties hadden zowel een financiële als een ideële motivatie. Bij de financiële motivatie ging het om bezuinigingen op de stijgende uitgaven voor de gezondheidszorg, die een steeds groter deel van het nationaal inkomen in beslag nam. Bij de ideële motivatie stonden het versterken van de eigen regie, maatwerk en vroegtijdige ondersteuning centraal. Maar in de praktijk stijgen de uitgaven voor de jeugdzorg en denken instellingen nog vaak vanuit de beperkingen van burgers en hun eigen aanbod. Instellingen hebben belang bij zoveel mogelijk cliënten. De perverse prikkels in het financieringssysteem belonen instellingen die meer diensten leveren in plaats van de organisaties die daadwerkelijk de zelfregie van mensen realiseren. En de kwaliteit van de ondersteuning wordt nauwelijks beter. Cliënten klagen over lange wachtlijsten en betuttelende bejegening, de kwaliteit van Veilig Thuis schiet vaak te kort, er is onvoldoende afstemming tussen de verschillende hulpverleners, vooral gezinnen met complexe problemen krijgen onvoldoende ondersteuning. Ook komen er door fusies grootschalige regionale zorgaanbieders tot stand waarin de menselijke maat dreigt te verdwijnen en waardoor burgers nauwelijks keuzealternatieven hebben.
Wat is nodig?
Zowel vanuit het perspectief van vernieuwing van de jeugdzorg als om de kosten te beheersen is een omslag in denken en handelen nodig. Daarbij dient het vergroten van de vaardigheden van de burgers centraal te staan en moeten instellingen veel meer aangestuurd worden op het bereiken van concrete resultaten naar meer zelfregie en participatie. De beste instelling is niet degene die meer diensten levert, maar die zichzelf overbodig maakt. Geef als adviesraad de volgende aanbevelingen mee aan uw gemeente: 1. Ontwikkel als gemeente samen met burgers en cliënten (als ervaringsdeskundigen) een praktische visie op jeugdhulp die daadwerkelijk uitgaat van de eigen mogelijkheden en zelfregie. 2. Versterk de praktische (levens)vaardigheden van de burgers, onder meer door trainingen in opvoedvaardigheden en geldbeheer. 3. Zorg voor integrale ondersteuning van jongeren en ouders met hulpvragen (integrale onafhankelijke cliëntondersteuning, één aanspreekpersoon met doorzettingsmacht, een integraal persoonsgebonden budget). 4. Stimuleer en ondersteun initiatieven van burgers zelf en van algemeen maatschappelijke organisaties (zoals zelfhulpinitiatieven, oudercentra, initiatieven van jongeren en voetbalclubs). 5. Vergroot de participatie en medezeggenschap van burgers bij het aansturen en beoordelen van sociale wijkteams en in jeugdzorginstellingen. 6. Bied intensieve, langdurige en integrale zorg aan probleemgezinnen zodat zij geleidelijk hun eigen regie weer kunnen oppakken. 7. Vervang opnames in dure jeugdzorginstellingen zoveel mogelijk door praktische en integrale hulp op verschillende gebieden aan huis bij de gezinnen. 8. Beoordeel en financier instellingen op de mate waarin zij daadwerkelijk meer zelfregie en participatie bevorderd hebben, en honoreer hen daarvoor.
Over de auteur: Henk Beltman houdt zich bezig met burgerparticipatie en de inbreng van kwetsbare burgers in het bijzonder. Hij is de schrijver van het essay “Democratisch Burgerschap- pleidooi voor democratisering van maatschappij en overheid”. Henk is werkzaam bij Zorgbelang Inclusief.