‘Doordecentraliseren’
Lokaal zien we dat er steeds meer gezocht wordt naar collectieve oplossingen om in individuele behoeftes te voorzien. In mijn vorige blog heb ik het voorbeeld van de maaltijdvoorziening genoemd: senioren eten niet mee in hun eentje thuis, maar vrijwilligers brengen hen naar een eetpunt in de wijk. Gemeenten leggen hun verantwoordelijkheid voor ondersteuning van de individuele burger steeds meer bij de samenleving. Vaak is dit een onbewust proces. Een inwoner klopt aan bij de huisarts met allerlei klachten, deze verwijst door naar de welzijnscoach. Die op zijn beurt zorgt ervoor dat de persoon in kwestie bij de biljartvereniging terecht kan. Met in het achterhoofd het idee dat door meedoen hij zich minder eenzaam gaat voelen. ‘Doordecentraliseren’ noem ik dat. Maar de biljartvereniging heeft niet direct door dat deze inwoner eigenlijk komt, omdat hij eenzaam is. Ook realiseert de vereniging zich onvoldoende dat zij deel is van de oplossing én nieuwe verantwoordelijkheden krijgt. Voor de adviesraad ligt hier een belangrijke taak: zijn vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zich ervan bewust dat ze nieuwe verantwoordelijkheden krijgen? Wat willen en kunnen vrijwilligers, wat zijn hun grenzen? En wat hebben ze nodig om die verantwoordelijkheid op zich te nemen?
Afbraak collectieve voorzieningen
Je ziet het aantal buurthuizen in steden en dorpen afnemen. Soms wordt een buurthuis zelfs afgebroken, omdat er geen middelen zijn om te renoveren. Terwijl juist deze laagdrempelige ontmoetingsplek een verlengde huiskamer is voor buurtbewoners die aan huis gekluisterd zijn. Maatschappelijk vastgoed, zoals boventallige scholen of brandweerkazernes worden niet ingezet voor de buurt, maar om er woningen of een hotel van te maken. Het afstoten van dit maatschappelijk bezit – dat beschikbaar zou kunnen komen voor collectieve voorzieningen – is zorgelijk.
Verlengde huiskamers
Gemeenten vragen actie van vrijwilligers om initiatieven te ontplooien voor een zorgzame wijk, voor een koffie-inloop. Maar waar kunnen zij naar toe als deze voorzieningen er niet zijn of worden gesloten? Je kunt moeilijk van vrijwilligers vragen in hun eigen huis een koffieochtend te organiseren. Collectieve voorzieningen zijn juist nodig om de participatiesamenleving op te bouwen en kwetsbare mensen in een buurt te kunnen laten wonen. Mensen die kwetsbaar zijn, hebben verlengde huiskamers nodig.
Uitdaging
Waar ligt hier de uitdaging voor adviesraden? Heeft uw gemeente collectieve voorzieningen? Houdt uw gemeente er rekening mee dat maatschappelijk vastgoed ook gebruikt kan worden voor buurtvoorzieningen? Hoe neemt een gemeente inwoners mee in de beweging van individueel naar collectief? En worden vrijwilligers gefaciliteerd en wordt er rekening gehouden met hun grenzen? Het in stand houden of zorgen voor collectieve voorzieningen in de wijk, is een voorwaarde om je sociaal veilig en thuis te voelen.
Over de auteur: Petra van der Horst is directeur Koepel Adviesraden Sociaal Domein.