Bij de eerste les werden alle ouders even apart genomen: ‘U heeft gekozen voor een pakket waarmee uw kind in 20 weken het A-diploma kan halen’ (We hadden gekozen voor de praktische locatie en het feit dat slechte ervaringen van andere ouders ontbraken). ‘Het is wel zaak echt elke week te komen’ (Gelukkig gebeurt er in een jong gezin nooit iets onverwachts), en ‘vaak is het nodig om in het midden van de serie wat extra lessen te nemen op maandag of woensdag’ (Hèt recept voor een moe kind, dat op vrijdag huilend op het schoolplein staat). En natuurlijk ‘kan het best eens nodig zijn om uw kind een beetje onder druk te zetten’.
Je krijgt er spontaan zin van om iets nieuws te leren. Ik kan sowieso al weinig bedenken dat enger is dan onder enige drang in een grote bak water springen, terwijl je daarheen bent gebracht omdat je nog niet hebt leren drijven. Mag dat wat tijd kosten?
Wie wil er voor B?
Inmiddels kijk mijn zoon tevreden terug op de zwemlessen. Hij had het geluk ‘op tijd’ te leren zwemmen. Ook lijkt hij sinds de festival-achtige sfeer bij de diploma-uitreiking (discomuziek, ereronde en kantinemedewerker in leeuwenpak) vergeten te zijn hoe ellendig hij zich voelde toen hij de schoolslag niet snel genoeg onder de knie kreeg. Gemotiveerd voor B? ‘Mama, moet dat echt, of mág het alleen?’ – ‘Dat mag’.
En ik? Ik heb weer eens meegemaakt hoe oneerlijk we het leven gemaakt hebben. Niet alle ouders kunnen dit ontspannen ondergaan. Mijn kind heeft een luxe positie: ouders die de deadline niet serieus hoeven te nemen. We zijn niet graag 750 euro verder – de prijs van een cursus – maar het kán. Als we de zwemles betalen hoeven we niet op de gemeentewebsite te gaan zoeken naar de passende subsidie, en of die kruist met de andere ‘inkomensondersteunende maatregelen waar we gebruik van maken’. Bovendien voelen we de druk niet om die ouders te zijn van wie het kind vreselijk vlot kon zwemmen. Maar die druk is er. Het verbaasde me dan ook niet dat sommige ouders gestrest langs de kant stonden, en de druk doorspeelden naar hun kind.
Het juiste moment
Toch ga ik, als ons volgende kind een zwemdiploma moet halen, fijn de kritische consument uithangen. Zo hoort het: stemmen met de voeten, ik kies een andere zwemschool uit! Misschien eens kijken bij de zwemschool die naast ‘Zwemles’ ook ‘Zwemles voor Kinderen met Karakter’ geeft. Ik heb altijd gedacht dat alle kinderen karakter hebben, maar misschien zit ik er naast. En misschien gaat leren zwemmen ook wel gemakkelijk zonder karakter. Dan spelen ingewikkelde zaken als motivatie en durf tenminste geen rol.
Of ik zoek nog even verder. Er is vast een zwemschool die als unique selling point aanbiedt dat ze het tempo van het kind aanhouden. De kunst is om te achterhalen hoe dat in de markt gezet wordt. Een zwemschool die je kind niet ‘op tijd’ leert zwemmen, maar op een veel beter moment: wanneer het zelf wil.
Over de auteur: Katy Hofstede werkt als bestuurssecretaris bij het Nederlands Jeugdinstituut. Eerder dit jaar schreef ze voor de Koepel de blog 'Lieve volwassene, ik gedij niet in deze samenleving'. Ze is is één van de auteurs van ‘Andere kijk op groeiend jeugdzorggebruik: voor een hoopvolle wereld om in op te groeien’.