Sociale veiligheid en grensoverschrijdend gedrag zijn natuurlijk paraplu-begrippen: je kunt er een heleboel onder brengen. In de praktijk gaat het over je veilig voelen en grenzen stellen. En daarbij moet je weten waar je die grenzen mag en moet stellen. Dat is in sociaal werk best wel eens lastig. Vooral als het gaat over het omgaan met al die prachtige en moeilijke mensen in de wijk. Als sociaal werker moet je flexibel zijn en met allerlei soorten mensen om kunnen gaan, met hun manier van zich uitdrukken en hun kijk op de wereld. Maar je bent het ook aan jezelf, je collega’s en de andere mensen in de wijk verschuldigd om een bepaalde mate van veiligheid te bieden.
De vele lagen van sociale veiligheid
Het helpt misschien om over sociale veiligheid te denken als een spekkoek met vele lagen. De eerste laag is de wet, of de maatschappelijke grenzen die we met elkaar afspreken. Fysieke agressie bijvoorbeeld, daarvan zeggen we met zijn allen dat dat niet kan. De volgende laag is de laag van de organisatie. In dit geval is dat de organisatie die het sociaal werk uit laat voeren door professionals. Ook daar liggen grenzen en kaders. Misschien zijn er gedragscodes voor op de werkvloer? En een plek waar je terecht kan als je tegen grensoverschrijdend gedrag aanloopt, zoals een vertrouwenspersoon? De volgende laag is de laag van de locatie waar het werk plaats vindt. Een buurthuis heeft bijvoorbeeld vaak ook afspraken over hoe je met elkaar en de ruimte omgaat. En uiteindelijk is er de laag van het individu. De professional aan de ene kant en de mens die voor hem zit of staat, en de individuele mensen die om hen heen lopen als zogeheten omstanders.
Veiligheid maak je samen
Op al die lagen moeten we stapjes zetten om veilig met elkaar te werken. Dat vraagt om gesprekken en om het duidelijk maken van afspraken. Grenzen zijn niet de verantwoordelijkheid van individuen alleen. We zouden als maatschappij al een grote stap zetten als we niet steeds denken dat het er om gaat dat mensen maar hun persoonlijke grenzen aan moeten geven. Dat we roepen: “Waarom melden ze dan niet?” of “Het zijn een paar rotte appels”. Veiligheid maak je samen. En daarbij moeten we ons ook bewust zijn van machtsverschillen: degene met macht moet extra alert zijn op sociale veiligheid. Of dat nu de leidinggevende richting de medewerker is of ook de professional in het contact met de mensen in het buurthuis. Juist in het contact met mensen in een kwetsbare situatie is het goed dat er grenzen en kaders zijn, waarbinnen menselijk contact mag groeien en bloeien. Laten we beginnen met een goed gesprek. Met een stukje spekkoek?
Over de auteur: Saskia Daru is senior projectleider sociale veiligheid, huiselijk en seksueel geweld bij Movisie, landelijk kennisinstituut op het gebied van maatschappelijke vraagstukken.
[1] Grensoverschrijdend gedrag in de muziekindustrie in beeld | Movisie