Ten eerste staat een zelf verdiende beloning voor onafhankelijkheid. Als bijstandsgerechtigden een deel van hun verdiende inkomen mogen houden, biedt dit hen iets meer financiële zelfstandigheid. Ze zijn minder afhankelijk van de staat. Ten tweede is de premie belangrijk voor zelfrespect, omdat de beloning laat zien dat een werkgever een beloning overheeft voor zijn of haar diensten. Daardoor leidt het werk tot meer voldoening. De beloning voegt waarde toe aan het werk.
In het verlengde daarvan staat een beloning op de derde plaats voor wederkerigheid. Een werkgever beloont een parttimer voor inspanningen die, op zijn of haar beurt, zich verplicht voelt afspraken over zijn inzet na te komen. Een beloning is daarmee een schakel in de wederkerigheid. Houden parttimers aan hun inspanningen niets over dan ontbreekt een dergelijke relatie. Als vierde en laatste weerspiegelt een beloning iemands bijdrage in vergelijking tot anderen. Het doet ertoe wat anderen voor een vergelijkbare inspanning ontvangen. Als anderen wél betaald krijgen voor hetzelfde werk en bijstandsgerechtigden niet, dan ervaren zij dat als vernederend, zo bleek uit mijn promotieonderzoek.
Gebrek aan wederkerigheid
Nu hoor ik u denken: ‘Bijstandsgerechtigden krijgen toch een uitkering in ruil voor het werk dat ze doen? Een uitkering kan toch worden gezien als loon?’ Nee. En wel om de vier symbolische betekenissen die ik hierboven beschreef. Een uitkering symboliseert afhankelijkheid van de staat. Bijstandsgerechtigden ‘verdienen’ hun bijstandsuitkering – in figuurlijke en in letterlijke zin – niet zelf. Ook ontbreekt de wederkerigheid omdat ze niet worden betaald voor hun diensten door een werkgever. Ze leveren het geld in bij de gemeente. Ten derde heeft het ontvangen van een uitkering geen betrekking op de waardering voor iemands inspanningen. Het is bovendien niet bevorderlijk voor hun eigenwaarde als ze werk doen waarvoor anderen wel beloond worden.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat in de bijstand de bijverdiengrenzen verruimd moeten worden. Daarom is nu het moment om de Participatiewet te herzien. Als we parttimers in de bijstand willen belonen en motiveren dan mag financiële erkenning daarin niet ontbreken. Want ook bijstandsgerechtigden verdienen het om gewaardeerd te worden voor hun inzet en trots te zijn op hun werk, en op zichzelf.
*Elshout, J. (2016) Roep om respect. Ervaringen van werklozen in een meritocratiserende samenleving. Amsterdam: Stichting de driehoek
Over de auteur: Judith Elshout is socioloog en senior onderzoeker en docent bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Zij promoveerde op een onderzoek naar gevolgen van werkloosheid voor het zelfrespect van mensen in een meritocratiserende samenleving. Momenteel doet zij bij de HvA onderzoek naar het Amsterdamse Experiment met de Bijstand dat in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en de Gemeente Amsterdam wordt uitgevoerd.