Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Vroeg starten met inburgering vraagt om extra inspanningen

Langdurig in een asielzoekerscentrum (azc) zitten, vooral als je niks om handen hebt, is nadelig voor nieuwkomers en hun inbedding in de maatschappij. Tijdig kunnen starten met de inburgering, het liefst al tijdens een verblijf in het azc, is volgens de beleidstheorie van de nieuwe Wet inburgering [1] dan ook cruciaal. De vraag is echter of bij het opstellen van deze plannen wel voldoende aandacht is besteed aan de praktische uitvoerbaarheid. 

Door Roxy Damenvrijdag 1 maart

De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van het verblijf in azc’s. Wat blijkt is dat langdurige opvang en vaak moeten verhuizen nadelig uitpakken [2,3]. Daartegenover staat dat nieuwkomers die al tijdens de azc periode ‘actief’ zijn meer kans hebben te (gaan) participeren [4]. Dit pleit volgens Dagevos, de Bakker en Coenders [5] voor een verschuiving van het huidige asielmodel naar een participatiemodel. Een model waarin tijdens de opvangperiode ruimte wordt geboden al actief te zijn via participatie in (vrijwilligers)werk of taallessen. Iets waar met de ambitie om al vanuit het azc te kunnen starten met inburgering tegemoet aan zou kunnen komen.

Weerbarstige praktijk

De werelden van asiel en inburgering bij elkaar brengen is in de praktijk nog niet zo makkelijk, blijkt uit recent onderzoek [6,7]. Binnen de nieuwe Wet inburgering lijkt geen rekening gehouden met het feit dat niet elke gemeente een azc (in de buurt) heeft. Indien de gemeente wel een azc (in de buurt) heeft, worden nieuwkomers uit dat azc lang niet altijd gekoppeld aan dezelfde gemeente. Gemeenten hebben niet de middelen om consulenten het land door te laten reizen en weinig azc’s bieden de juiste faciliteiten voor het hebben van online contact. Statushouders benaderen en de mogelijkheid bieden tot een vroege start wordt daardoor belemmerd.

Vroege start bevorderen

Voor gemeenten bij wie gekoppelde statushouders in de regio verblijven is het makkelijker al contact te leggen. Een belangrijke stap om de vroege start van de grond te krijgen is dan ook om statushouders te koppelen aan een gemeente in dezelfde regio als waarin zij in het azc verblijven. Dit vraagt om verdere intensivering van de samenwerking met het COA. Verder zou de onlangs aangenomen spreidingswet een bijdrage kunnen leveren. Regionale en kleinschaligere opvang kan, bij de juiste koppeling met de gemeente, de mogelijkheden tot de vroege start bevorderen [5].

Instroomcoaches

In Rotterdam bieden de Silja, het schip dat gebruikt wordt als doorstroomlocatie voor 1500 aan Rotterdam gekoppelde statushouders, en de daarbij aangestelde ‘instroomcoaches’ uitkomsten voor de vroege start. Ook in andere gemeenten lukt het inmiddels beter al contact te leggen met statushouders die nog in een azc zitten. Het gaat dan in vele gevallen om jongeren, omdat dit voor deze groep als het meest nuttig en haalbaar wordt gezien. De vroege start is er, ook ondanks extra inspanningen, immers niet voor iedereen. Door verschillende omstandigheden kunnen of willen niet alle statushouders al vanuit het azc met hun inburgering beginnen. 

De ontwikkelingen bieden perspectief voor de toekomst van de vroege start. Desalniettemin blijft het een opgave om de opvang in azc’s op een zo nuttig mogelijke manier te organiseren. De vroege start landelijk van de grond krijgen vraagt dan ook om extra inspanningen van het Rijk, gemeenten én de inburgeraars zelf.

Over de auteur: Roxy Damen is als postdoc onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit (EUR). 

Referenties

  • [1] Tweede Kamer (2020). Wetsvoorstel Wet inburgering 20.. (kamerstuk, inclusief bijlagen). Den Haag:
  • Tweede Kamer. Geraadpleegd via: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/
  • 2020/06/04/wetsvoorstel-wet-inburgering.
  • [2] Bakker, L., Dagevos, J., & Djundeva, M. (2023). Making the most of language acquisition of Syrian
  • asylum permit holders in the Netherlands: the role of policy factors examined. Journal of Social
  • Policy, 1-23.
  • [3] van der Linden, M., Weeda, L., & Dagevos, J. (2023). The pains and gains of reception centres: How
  • length of stay in reception centres is associated with Syrian refugees' mental health during early
  • resettlement. International Migration, 61(3), 301-313.
  • [4] Damen, R. E. C., Huijnk, W., & Dagevos, J. (2023b). Explaining recently arrived refugees' labor market
  • participation: The role of policy characteristics among Syrians in the Netherlands. Frontiers in
  • Human Dynamics, 4, 1028017.
  • [5] Dagevos, J., de Bakker, E. en Coenders, M. (2023) Anders denken over migratie: laat asielzoekers eerder
  • Integreren. Sociale vraagstukken. https://www.socialevraagstukken.nl/anders-denken-over-migratie-laat-asielzoekers-eerder-integreren/
  • [6] Damen, R., Hekelaar, A., Dagevos, J., Bruggeling, D., Moors, F., Watzeels, A. en Bakker, L. (2023a). Van
  • start met het nieuwe inburgeringsbeleid in Rotterdam. Rotterdam: OBI/EUR.  
  • [7] Razenberg, I., de Gruijter, M. Nijs, T. en Sikkema, M. (2022). KIS-Monitor 2022. Gemeentelijk beleid
  • arbeidstoeleiding en inburgering statushouders en gezinsmigranten. Utrecht: KIS/Divosa.