Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

De fragiele balans tussen sociale cohesie en polarisatie

Ook in de gemeente waar uw adviesraad actief is zijn ongetwijfeld wijken waar een enorm gevoel van saamhorigheid heerst. Wijken waar inwoners week in week uit met elkaar langs de lijn van het voetbalveld staan. Lief en leed met elkaar delen en het meteen opmerken als een buurman een paar dagen niet buiten is geweest. Blijkt diens rollator stuk, dan staan er in no-time drie buren klaar om die rollator te repareren. Tegelijkertijd kent uw gemeente waarschijnlijk ook wijken waar er nauwelijks sprake is van sociale cohesie. Waar buren elkaar niet kennen en geen aansluiting bij elkaar zoeken. Het is goed mogelijk dat u als adviesraadslid in beide wijken een netwerk heeft en dus ook in beide wijken rondloopt. Wat kan je als adviesraad met de observaties die je dan opdoet?

Door Carsten de Dreumaandag 23 november 2020

Het is volgens mij belangrijk om in ieder geval trouw te blijven aan de rol die je hebt als adviesraad: het adviseren van de gemeente. Je inhoudelijk bemoeien met problemen of onrust in de wijk hoort hier wat mij betreft niet bij. Dit kan zelfs contraproductief werken en polarisatie aanscherpen. Wat de adviesraad wel kan doen om gemeenschapszin te bevorderen is de voelsprieten nog eens extra uitzetten in wijken. Kijken naar signalen in de wijk die erop duiden dat sociale cohesie onder druk staat bijvoorbeeld. Praten mensen over elkaar en hoe dan? Is dat met hartelijkheid en betrokkenheid, of sijpelt er afgunst en chagrijn doorheen? Weten mensen wat er speelt en hoe het met buurtgenoten gaat, of is er een zekere onverschilligheid merkbaar? Hierin zitten vaak al kleine maar niet onbelangrijke signalen dat het met de sociale cohesie wel goed zit, of juist niet. En misschien valt het u op dat er in bepaalde wijken weinig bekend is over budgetten die de lokale overheid beschikbaar stelt om onderlinge verbinding tot stand te brengen. Een simpel voorbeeld: een gemeentelijk budget om jaarlijks een straatbarbecue te organiseren. Er zijn genoeg wijken waar men hier niets over weet, er geen beroep op doet en dus ook kansen laat liggen om elkaar eens te treffen. Als adviesraad kan je hierin een signalerende rol hebben en de gemeente adviseren om hier voorlichting op in te zetten. 

Verder is er volgens mij een mooie rol weggelegd voor adviesraden om oog te hebben voor zogenaamde scheuren in een wijk of gemeenschap. Cohesie in een wijk kun je versterken. De gemeente heeft hier beleidsinstrumenten voor. Dit maakt een wijk – en dus de samenleving – sterker. Aandacht voor een keerzijde is dan wel belangrijk. Sociale cohesie kan echter ook gaan leiden tot scherpere grenzen (zowel psychisch als fysiek) rondom een wijk. De cohesie is dan zo sterk dat wijken zich af gaan schermen van andere buurten of gemeenschappen. Een hechte wijk kan in bepaalde gevallen heel goed voor elkaar onderling zorgen, maar tegelijkertijd buitenstaanders uitsluiten of zelfs vijandig bejegenen. Dit is een fragiele balans tussen cohesie en polarisatie. Als wetenschappers weten we hier veel over, maar helaas weten we nog niet precies wanneer deze balans nu omslaat. Wanneer het in een wijk omslaat van ‘goed voor onszelf zorgen’ naar ‘samen optreden tegen een vijand’. 

Het zou waardevol zijn als adviesraden hun ‘lokale voelsprieten’ gebruiken om de sfeer in wijken te zien en voelen. Want het heeft gevolgen voor de hele gemeente als die opgeknipt is in kleine stukjes waartussen onderlinge verbinding ontbreekt. Als inwoners zich alleen identificeren op het niveau van de wijk en niet op het niveau van de gemeente, dan lekt energie weg en in het ergste geval kan het zelfs grimmig worden. Dan begin je toe te gaan naar verbrokkeling, naar polarisatie van de samenleving, waarin wijken tegenover elkaar komen te staan. Voor de gemeente is het dan ontzettend moeilijk om goed beleid te voeren. 

Misschien kunnen adviesraden deze signalen vroegtijdig oppikken en delen met de gemeente. Tenslotte zou het een aanvulling zijn als adviesraden zelfs toegang krijgen tot goede en minder goede praktijksituaties binnen de gemeente: wijken waar vergelijkbare problemen zijn ontstaan en welke interventies toen wel/niet geholpen hebben. Deze kennis draagt mogelijk bij aan het herkennen van het omslaan van sociale cohesie naar polarisatie. 

Over de auteur: Carsten de Dreu is hoogleraar Sociale en Organisatiepsychologie aan het Instituut Psychologie Universiteit Leiden en verbonden aan het Center for Experimental Economics and Political Decision Making van de Universiteit van Amsterdam. In 2018 ontving hij de Spinozapremie, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland.