Uit ons eigen onderzoek naar de oorzaken van schulden in de Veenkoloniën blijkt dat schulden in dit relatief arme gebied het meeste voorkomen onder éénoudergezinnen met minderjarige kinderen, praktisch opgeleiden en huishoudens die van een (bijstands-)uitkering afhankelijk zijn. Opvallend is dat huishoudens met inkomen uit werk of een onderneming meer dan de helft van alle schuldsaneringstrajecten voor hun rekening nemen. Dat is meer dan vooraf werd verwacht. Het illustreert dat de flexibiliteit op de arbeidsmarkt zijn sporen heeft nagelaten en dat onverwachte kosten en rekeningen bij de groep werkende armen vele malen vaker tot schuldproblemen leiden. Voor een deel van de werkenden en zelfstandigen was het economisch gezien al 5 voor 12 voordat de COVID-19 pandemie om zich heen greep.
Vanaf begin 2021 treedt een wetswijziging in werking waardoor gemeenten mensen eerder schuldhulpverlening kunnen aanbieden. Het uitwisselen van informatie over betalingsachterstanden met woningcorporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars wordt dan mogelijk gemaakt. Hoewel gemeenten hierdoor mensen eerder hulp kunnen bieden bij problemen met het betalen van basisbehoeften, worden de oorzaken van deze betalingsachterstanden hiermee niet aangepakt. Ik pleit om focus te houden op het voorkomen van schulden. Voorkomen is immers beter dan saneren. Daarbij ligt de bal deels bij het Rijk en deels bij de gemeenten. Het Rijk kan helpen door landelijke uitkeringen zoals de bijstandsnorm te verhogen, de beschikbaarheid van consumentenkredieten aan banden te leggen en hervormingen door te voeren in de momenteel complexe toeslagensystematiek. Gemeenten kunnen hun inwoners helpen door aanvraagprocedures te vereenvoudigen en grondiger te communiceren om zo de doelgroep beter te bereiken en van dienst te zijn. Verder doen zij er goed aan ruimhartiger te zijn in het openstellen van regelingen zoals de collectieve zorgverzekeringen en minimaregelingen voor flexwerkers en zzp’ers. Tot slot kunnen gemeenten de ondernemers die beroep doen op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) actief benaderen en informatie verschaffen op het gebied van financiële (schuld)hulp.
De huidige COVID-19 pandemie slaat economisch hard om zich heen. De sterkste toename in het aantal betalingsachterstanden en schuldproblemen gaat naar verwachting nog komen. Veel gemeenten hebben momenteel echter (ernstige) problemen met het rondkrijgen van hun begroting in het sociale domein. Dat is problematisch omdat we een deel van de problemen nog kunnen inperken. Naast het leed dat een problematische schuld met zich meebrengt kost een schuldsaneringstraject de maatschappij immers vele malen meer geld dan een gericht preventiebeleid. Het spreekt daarom voor zich dat het Rijk gemeenten financieel tegemoet moet komen om het gemeentelijk preventiebeleid verder te versterken.
Over de auteur: Erik Merx is junior onderzoeker University of Groningen