Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Ogen open voor LVB en zwakbegaafdheid

Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) of zwakbegaafdheid staan voor dezelfde uitdagingen als iedereen, zoals het vinden en behouden van werk en woonruimte, het huis en geldzaken op orde houden en het opvoeden van kinderen. Vanwege hun LVB/zwakbegaafdheid is dit lastiger en om zelfstandig te functioneren in de steeds complexer wordende maatschappij.

Door Maartje Timmermanswoensdag 22 juli 2020

Problemen kunnen (mede daardoor) op verschillende gebieden ontstaan: zo’n 30-50% van de mensen in bijvoorbeeld de schuldhulpverlening, psychiatrie, verslavingszorg en detentie is licht verstandelijk beperkt of zwakbegaafdheid, terwijl dit geldt voor ongeveer 10% van alle Nederlanders. 

Tegelijkertijd weten we dat de professionals in zowel die sectoren als in wijkteams een LVB/zwakbegaafdheid onvoldoende herkennen. Dat is op zich begrijpelijk, want meestal zie je het niet aan iemands uiterlijk. Ook een gesprek over onderwerpen die iemand interesseren gaat vaak goed. Maar meer formele kwesties, zoals een gesprek om een hulpvraag te verduidelijken of het (online) invullen van formulieren, vergroot de kans dat de betreffende persoon het onvoldoende kan volgen, en dus overvraagd wordt. En het is vaak dan niet de eerste keer dat dit gebeurt. Mensen met LVB/zwakbegaafdheid worden tijdens hun leven vaak structureel overvraagd, omdat hun problemen met leren en begrijpen onvoldoende herkend worden. Op school, op het werk en in het alledaagse contact lopen ze op hun tenen om zich staande te houden. Dat lukt niet altijd waardoor faalervaringen, frustraties en een negatief zelfbeeld kunnen ontstaan, met mogelijk verdere negatieve gevolgen. De ervaren negatieve gevoelens kunnen zich, in de ogen van anderen, uiten in ongewenst gedrag, zoals het niet nakomen van afspraken, agressief of juist vermijdend gedrag. Ze worden dan gezien als lastig, niet gemotiveerd, terwijl het dan niet hoeft te gaan om niet willen, maar om niet kunnen.

Het is juist daarom belangrijk dat een LVB/zwakbegaafdheid zo vroeg mogelijk wordt herkend en dat daar vervolgens op wordt aangesloten in de communicatie (mondeling en schriftelijk) en in de houding en bejegening. Hoe een LVB zo vroeg mogelijk herkend kan worden, staat beschreven in de Handreiking (vroeg)signalering van een LVB/zwakbegaafdheid. Vanzelfsprekend moet een professional niet alleen letten op de beperkingen. De sterkere kanten van iemand vormen belangrijke aangrijpingspunten voor zijn/haar ontwikkeling en ondersteuning daarbij. Maar ook voor iemands zelfbeeld en zelfvertrouwen is het belangrijk naar zijn/haar talenten te kijken. 

Signalering van een LVB heeft nadrukkelijk niet als doel een etiket of label op iemand te plakken of mensen in een hokje te plaatsen. Het besef dat (h)erkenning en een passende ondersteuning het verschil kan maken voor iemand met een LVB is gelukkig groeiende. Het Landelijk Kenniscentrum LVB mag hier sinds kort met subsidie van VWS aan bijdragen, door in verschillende regio’s samen aan de slag te gaan met wijkteams, Centra voor Jeugd & Gezin, regulier basisonderwijs, politie en andere partners in de veiligheidsketen. Neem gerust een kijkje op onze projectenpagina of neem contact op voor meer informatie.

 

Over de auteur: Maartje Timmermans is interim directeur Landelijk Kenniscentrum LVB en programmamanager projecten Zorg voor de jeugd