In een aantal gemeenten in Nederland – Amsterdam, Rotterdam, Breda en Tilburg – wordt (seksuele) intimidatie strafbaar gesteld. Tilburg en Rotterdam kiezen voor een definitie met een seksuele component; Amsterdam en Breda scharen ook uitingen zonder seksuele component onder de noemer van straatintimidatie. Door nieuwe strafbaarstellingen voor ‘seks tegen de wil’ en ‘seksuele intimidatie’ in de wet op te nemen - naast de huidige bepalingen voor verkrachting en aanranding - kunnen slachtoffers straks gemakkelijker aangifte doen dan nu en wordt hun veiligheid vergroot.
Wetgeving kan daarnaast ook een symbolische waarde en preventieve werking hebben. Het draagt een norm uit: (seksueel) overschrijdend gedrag tolereren we niet. En bij het uitdragen hiervan kunnen ook de burger, de huisarts etc wat betekenen, door het gesprek erover aan te gaan en waar nodig ook een duidelijk (moreel) standpunt in te nemen. Uiteindelijk gaat het om grenzen van mensen. En die zijn voor iedereen verschillend. Dat maakt het gesprek erover vaak ingewikkeld en diffuus. Maar dat betekent niet dat we als samenleving geen gedeelde waarden en normen zouden hebben. Als je deze kan expliciteren, zonder al te veel vast te houden aan je eigen referentie- en interpretatiekaders, dan helpt dat om daar waar het nodig is toch ook grenzen te stellen. Denk bijvoorbeeld aan het begrip “consent” wat betekent dat je ergens toestemming voor geeft. En om dat ook daadwerkelijk te kunnen doen, is het belangrijk dat er ook een vorm van gelijkwaardigheid is, en dat iets vrijwillig gebeurt. Dus niet onder druk, door manipulatie, of wanneer je al half comateus bent van de drank en/of andere verdovende middelen.
Daarnaast is de context of omgeving ook relevant: zo zullen we het bijvoorbeeld niet oké vinden om iemand te zien masturberen op straat (1). Wanneer iemand te maken krijgt met (seksuele) intimidatie of andere vormen van grensoverschrijdend gedrag, is het voor omstanders vaak moeilijk om hier adequaat op te reageren. Onderzoek laat zien dat wanneer een derde persoon een actieve omstander wordt, dit de dader kan ontmoedigen en diegene die het overkomt emotioneel kan steunen. Ook weten we hoe belangrijk sociale steun is, in het proces van verwerking van (seksueel) geweld. Het bagatelliseren of ontkennen ervan is soms nog pijnlijker dan de ervaring op zich. Iedereen kan wat betekenen. Ook u als lid van een adviesraad, bijvoorbeeld door in een gesprek met kwetsbare burgers te luisteren. En het (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet te bagatelliseren of ontkennen, maar ook niet te overreageren. Sommigen maken zich ongerust dat we te ver doorschieten en dat een man straks al pepperspray in het gezicht krijgt als hij een vrouw aantikt om haar een handschoen terug te geven, wanneer die op de grond is gevallen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Uiteindelijk draait het om gelijkheid en gelijkwaardigheid, en daarin hebben ook mannen een belangrijke rol, bijvoorbeeld in het uitdragen van respectvol gedrag en het goede gesprek erover (zie bijvoorbeeld het werk van Emancipator). Dit is belangrijk, omdat dit toekomstige generaties laat zien dat (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet wordt genormaliseerd én dat het gedrag (en niet de persoon) niet geaccepteerd wordt.
Over de auteur: Kristin Janssens is senior projectleider preventie en aanpak (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
(1) Deze vier criteria worden gehanteerd in het Sensoa Vlaggensysteem© (Frans & Franck, 2010 en 2014), naast de criteria ‘passend bij de leeftijd of ontwikkeling’ en ‘zelfrespect’ (zonder jezelf schade te berokkenen op emotioneel, psychisch of fysiek gebied).
Zie verder ook RelatieWijs (Janssens, Visser & van Oosten, 2017), een methodiek om grensoverschrijdend gedrag in (ex-)partnerrelaties te signaleren, bespreekbaar te maken, zorgvuldig te wegen en te beoordelen en hierop adequaat te reageren.