Grote gevolgen
De gevolgen van psychische problematiek zijn groot. Bijvoorbeeld voor (toekomstig) ouderschap, opleiding, werk, vriendschappen en andere relaties tussen mensen. Niettemin rust er een taboe op het erkennen ervan. Dat is niet helemaal onbegrijpelijk, want een psychisch probleem en hoe iemand zich dan kan gedragen, is voor anderen soms moeilijk invoelbaar. Naast het verdriet kan het bij naasten, zoals familie en vrienden schaamte oproepen en woede, maar ook schuldgevoelens. Want wat of wie is de oorzaak van het probleem? En kan iemand nou echt niet anders? Bovendien, als iemand een andere beleving van de werkelijkheid (wanen en hallucinaties) heeft, kan dat voor anderen vreemd overkomen en soms ook bedreigend zijn.
Hulptroepen
Het taboe maakt de impact van psychische problemen op het leven van alle betrokkenen groter. Belangrijk dus om dat taboe te doorbreken en onszelf meer ruimte te geven om met (zorgen vanwege) psychische problemen voor de dag te komen. En daarbij ook de hulptroepen in te zetten die er - als het goed is - in elke gemeente zijn. Bijvoorbeeld bij de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en bij de huisarts. Hulpverleners in de GGZ en de praktijkondersteuners GGZ van de huisartsen hebben namelijk met elkaar afgesproken dat zij zoveel mogelijk samenwerken met naasten (inclusief mantelzorgers) en hen daarbij zullen ondersteunen.
Mantelzorgondersteuning
Maar wat als er meer ondersteuning nodig is bij het volhouden van de mantelzorg voor naasten met een psychische kwetsbaarheid dan de huisarts of de GGZ in de betreffende gemeente kunnen bieden? Aangetoond is dat er een sterk positief verband is tussen de kwaliteit van de mantelzorg en het maatschappelijk functioneren van degene met het psychische probleem. Hier komt de Wmo in beeld: de wet die ervoor moet zorgen dat inwoners – degenen met psychische problemen en óók hun mantelzorgers - deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij. Op basis van deze wet kunnen gemeenten ervoor zorgen dat het ondersteuningsaanbod van organisaties van naastbetrokkenen in de GGZ zoals bijvoorbeeld Ypsilon of Labyrint-in perspectief beschikbaar is en opgenomen wordt in de plaatselijke infrastructuur voor mantelzorgondersteuning. Dat betekent wel dat naasten van mensen met psychische kwetsbaarheid moeten weten dat zij mantelzorger zijn en een beroep op ondersteuning kunnen doen bij de gemeente.
Het Trimbos-instituut werkt samen met organisaties van familie en naasten verenigd in MIND, MantelzorgNL en Movisieom die bewustwording goed op gang krijgen, zowel bij deze mantelzorgers zelf als ook bij gemeenten. Een eerste product is deze rij met tips ter ondersteuning van mantelzorgers van mensen met psychische klachten in coronatijd.
Over de auteur: Els Bransen is projectleider Mentale gezondheid & Preventie Trimbos-Instituut
Voor meer informatie: Trimbos, Ypsilon & Labyrint-in perspectief