Vreemd eigenlijk, als je nagaat dat zeker 1 op de 5 Nederlanders (de berekeningen lopen soms wat uiteen) te maken heeft met een of meer beperkingen. Dat kan gaan om lichamelijke beperkingen, verstandelijke beperkingen, chronische ziekten of psychische kwetsbaarheden.
Het Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Beperking, kortweg meestal het VN-verdrag Handicap genoemd, is dan ook geen overbodige luxe. Het is van de Verenigde Naties (vandaar VN-verdrag), dus een internationaal verdrag. Nederland heeft het verdrag geratificeerd in 2016. Op dat moment is door de Tweede Kamer ook vastgelegd dat gemeenten een belangrijke rol hebben in de uitvoering ervan.
Lokale Inclusie Agenda
Gemeenten zijn namelijk verplicht om een Lokale Inclusie Agenda op te stellen. In deze agenda schrijven ze op wat de plannen zijn om de inclusie van mensen met een beperking binnen hun gemeente te verbeteren. Dat doen ze niet alleen, maar samen met ervaringsdeskundigen. Dit volgt uit een belangrijk principe van het verdrag, namelijk: ‘niets over ons, zonder ons’. Dat betekent dat ervaringsdeskundigen, dus mensen met een beperking, betrokken moeten worden bij alle beleidsontwikkelingen die hen raken. Daarover meer in een volgende blog.
Het Sociaal model
Het verdrag heeft nog een ander belangrijk principe, namelijk: het sociaal model. Het sociaal model is een manier van kijken naar de samenleving en naar mensen met een beperking. We zijn vaak heel erg gewend naar mensen met een beperking te kijken als mensen die ‘anders’ zijn en die we moeten helpen. Zo kijken noemen we ook wel het ‘medisch model’.
Het sociaal model draait het om: mensen met een beperking zijn gewoon onderdeel van de menselijke diversiteit. En ze worden eigenlijk beperkt door een samenleving die onvoldoende rekening met hen houdt. Een samenleving die niet genoeg toegankelijk is. Bijvoorbeeld: iemand die niet kan lopen, heeft een beperking. Maar het wordt pas echt een handicap als de deuren te smal zijn of de drempels te hoog om binnen te komen met een rolstoel. Die toegankelijkheid kun je niet alleen toepassen op gebouwen en straten, maar ook op bijvoorbeeld websites (denk maar aan ondertiteling bij filmpjes voor mensen die doof of slechthorend zijn), op brieven (denk maar aan toegankelijke taal voor mensen met een verstandelijke beperking) en op hoe we met elkaar omgaan (niet betuttelen, maar gelijke behandeling).
Concrete dingen
Er is daarin nog heel veel te doen. Gelukkig hoeft dat niet allemaal van de ene op de andere dag. Sommige veranderingen kosten nu eenmaal wat meer tijd dan andere. Desondanks zijn er ook hele concrete dingen waar iedereen op kan letten. Bijvoorbeeld: geleidelijnen op straat niet blokkeren met kliko’s of scooters, wijzen op het belang van toegankelijk taalgebruik en toegankelijke hashtags gebruiken op sociale media.
In ieder geval staat vast dat het VN-verdrag Handicap ons allemaal uitdaagt om anders naar onszelf en onze omgeving te kijken, naar hoe toegankelijk en inclusief we eigenlijk zijn.
Over de auteur: Marianne Vorthoren is Projectleider Iedereen doet mee! bij de VNG.