Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Samenlevingsopbouw anno 2022: afscheid van verkramptheden

‘Community organization’ is ondanks de polarisatie, bubbels en gescheiden werelden terug van weggeweest, stellen de onderzoekers van het project Wij in de Wijk (Movisie). Tegelijkertijd zijn bewonersinitiatieven kwetsbaar en kunnen ze hier en daar wel een steuntje in de rug gebruiken. Daarbij zou het helpen als gemeenten en maatschappelijke organisaties afscheid nemen van een aantal krampen.

Door Radboud Engbersenmaandag 12 september 2022

Vier jaar geleden startten we vanuit Movisie het project Wij in de wijk omdat we vonden – en wij niet alleen - dat het sociaal beleid te veel was geïndividualiseerd. Wijkteams waren daarvan onbedoeld het sprekende voorbeeld. Te veel inzet op individuele hulpverlening, te weinig inzet op samenlevingsopbouw. Voorts begonnen begrippen als zelfredzaamheid, zelforganisatie en eigen kracht hun geloofwaardigheid te verliezen. Mensen zijn geen eiland. Bestaat er nog zoiets als de kracht van een gemeenschap of een gemeenschapje vroegen we ons af. Een avonturentocht volgde. We bezochten een dertigtal over het land verspreidde projecten waarin bewoners zich met elkaar verbonden. Om elkaar te steunen, te helpen dan wel samen ergens de schouders onder te zetten. 

Bubbels

De rondgang was voor ons een verkwikkend medicijn tegen alle beschouwingen over bubbels, gescheiden werelden, polarisatie en maatschappelijke kloven. Die realiteiten stellen we niet ter discussie, maar we hebben gemerkt dat in de sociale basis van onze samenleving – in onze wijken, buurten en dorpen – sprake is van een enorme dynamiek waar het gemeenschapsvorming betreft. Burgers staan niet met de ruggen naar elkaar. ‘Community organization’ of samenlevingsopbouw is terug van weggeweest hebben we gemerkt, dat is een tijdlang anders geweest. 

Maar we moeten het ook weer niet te mooi voorstellen. Bewonersinitiatieven zijn kwetsbaar op het punt van continuïteit; op de juiste momenten kunnen ze een helpende hand van gemeenten, woningcorporaties en welzijnsorganisaties goed gebruiken. Bijvoorbeeld waar het gaat om het veiligstellen van het voortbestaan van accommodaties. Zonder laagdrempelige ontmoetingsplaatsen is verbinden immers niet mogelijk of het nu een buurthuis, een serre van een verzorgingshuis of een boks- en karakteschool betreft.

Inclusiekramp

Het zou ook helpen als gemeenten en maatschappelijke organisaties afscheid nemen van een aantal verkrampingen. De inclusiekramp in de eerste plaats, dat wil zeggen van de eis dat bewonersinitiatieven er idealiter voor iedereen moeten zijn. Soms zijn groepen onder elkaar beter af, zeker als ze er sprake is van een vrijwillige keuze om zich te omringen met personen waarmee ze kenmerken delen. Afgedwongen sociaal contact werkt niet. 

Ook de kramp om simpele initiatieven met ingewikkelde verantwoordingseisen dood te slaan verdient een plaats bij het vuilnis. Geef bewoners ruimte en vertrouwen, ontlast ze van bureaucratische rimram en faciliteer ze met gepaste ondersteuning. Gelukkig gebeurt dat al, merkten we op veel plekken. Zo kwamen we de ‘opbouwwerker’ tot onze verrassing op heel veel plekken tegen. We zetten zijn naam tussen haakjes, omdat hij vaak een andere naam had (dorpsondersteuner, kwartiermaker, buurtverbinder, sociale verbinder, wijkcoach, gebiedsmakelaar, et cetera) en niet per definitie in dienst was van een welzijnsorganisaties. Maar ‘de opbouwwerker’ was er: dienstbaar, bescheiden, op de achtergrond. Wat ons betreft ook een teken dat de individualisering van het sociaal beleid zijn langste tijd heeft gehad.

Op het congrestival Sterke sociale basis op 23 september 2022 besteedden Movisie en partners aandacht aan de maatschappelijke dynamiek in de sociale basis en zal ook de laatste en vierde digitale bundeling van Wij in de wijk-casussen verschijnen. Meer informatie>>

Over de auteur: Radboud Engbersen is programmaleider sociale basis bij Movisie.