De Wmo is ingevoerd om mensen te ondersteunen om zo lang mogelijk zelfredzaam en zelfstandig te blijven. Maar natuurlijk ook om ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Wij vinden het heel belangrijk dat de groeiende groep ouderen hun zelfstandigheid kan behouden, zelfs als het minder gaat of als er ziekte in het spel is. Onze ervaring leert dat hiervoor drie belangrijke elementen zijn: behoud van de autonomie, verbondenheid met anderen en gezien blijven worden.
Contact met anderen
Dat betekent dat het contact met anderen dus heel belangrijk is. Zorg dat mensen mee kunnen blijven doen in de omgeving waar ze wonen. Blijf ze stimuleren om contact te houden met de mensen om zich heen. Investeren in welzijn en in wijken is dus belangrijk en behoort wat ons betreft tot de taak van de gemeenten. Wij vinden dat hier ook voldoende middelen voor beschikbaar moeten komen.
Voor ons is de Wmo op dit moment een redelijk functionele, statische wet, die op aanvraag huishoudelijke hulp regelt en hulpmiddelen toekent. Dat gaat soms goed en soms moeizaam. Wij zouden graag zien dat gemeenten veel meer naast mensen gaan staan om met hen te kijken naar wat er kan.
Indicatie en dan...
Dat begint al bij de aanvraag. Een probleem dat we regelmatig signaleren is dat mensen wel een Wmo indicatie krijgen bij hun gemeente, maar dat vervolgens bij de invulling hiervan een heleboel misgaat. Er is geen personeel, in geval van ziekte is er geen vervanging en vaak is er een wachtlijst voordat iemand aan de beurt is. Vervolgens is er niemand die de tijd neemt om dit samen met de aanvrager te bespreken en dit zo goed mogelijk op te vangen tot de nodige hulp wel beschikbaar is.
Gemeenten zouden zelf iets meer initiatief kunnen nemen om deze tekorten en dit persoonlijke contact op te vangen. Zeker omdat in de toekomst de vraag alleen maar groter gaat worden. De Wmo moet voor mensen een goed vangnet zijn voor als het moeilijk wordt of niet meer gaat. Mensen moeten de gemeente als partner gaan zien, met wederzijds vertrouwen als basis. Apeldoorn is hierin een goede voorloper. Zij zijn druk met de inzet van reablement, ze voeren gesprekken met ouderen en werken hun visie uit over de inzet van de Wmo naar de toekomst toe.
Partners worden en blijven
Laten we samen zorgen dat we partners worden en ook partners blijven. En met wij bedoel ik dan de ouderenorganisaties, de ouder wordende samenleving en de gemeenten. In plaats van alleen maar de bezwaren te zien en te benoemen, kunnen we de vergrijzing ook omarmen en ervoor zorgen dat we de wijken levendig houden en de Wmo ook daarvoor inzetten.
Over de auteur: Atie Schipaanboord is hoofd Belangenbehartiging en Advies bij ouderenbond ANBO-PCOB.