Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Meedoen wordt te ingewikkeld voor mensen een licht verstandelijke beperking

‘Meedoen gaan niet vanzelf’, schreven onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vijf jaar geleden. Daarmee doelden zij vooral op het feit dat mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) steeds meer moeite hebben om mee te doen in onderwijs en werk. Dit gaat helaas ook op voor meer alledaagse vormen van meedoen, moest ik na jarenlang onderzoek concluderen. ‘Het wordt te ingewikkeld’, ‘te digitaal’ en ‘alles gaat zo snel’ vertelden de mensen met een lvb die ik mocht volgen. Deze inkijk ‘van binnenuit’ was inzicht gevend: mensen met een lvb lieten mij zien waar voor hen, in het alledaagse meedoen, de samenleving complexer wordt.  

 

Door Jaap Olthofmaandag 7 april

Ik zag dat mensen met een lvb allen een heel eigen repertoire aan strategieën ontwikkelden. Dat was ook echt nodig. Vaak ging het om manieren om niet op te vallen. Een beperking kun je maar beter zo goed mogelijk verborgen houden, werd mij verteld. Dit is participatie in een nogal gemankeerde vorm dus. Vaak lukte het mensen helemaal niet om mee te doen. Hoe vaker ik bij ze kwam, hoe zichtbaarder werd dat zij het opgaven en zich thuis opsloten. Of dat zij zich verloren in middelengebruik en soms overwogen de hand aan zichzelf te slaan. Het is dus niet alleen hard werken om mee te mogen doen, met regelmaat lukte het niet eens. 

Tweederangsburgers die afhaken

Nog niet eens zo lang geleden bestonden mensen met een lvb niet, zouden we kunnen zeggen wanneer we hen proberen te zoeken in de geschiedenisboeken. In kleinschalige, agrarische gemeenschappen deden zij makkelijker mee. Daarna werden zij als sociale categorie (laten we alstublieft stoppen met de stigmatiserende aanduiding ‘doelgroep’) steeds zichtbaarder. De Groningse onderwijzer W.A. van Liefland schreef treffend in 1961: Hoe ingewikkelder een samenleving, hoe hoger de eisen die aan individuen gesteld worden, des te meer mensen er zijn die niet aan die eisen kunnen voldoen en zodoende afhaken’. Dit afhaken zag ik helaas vaak bij mensen met een lvb. Zij zijn daarmee dé ‘denizens’ van deze tijd: tweederangsburgers met vaak zwakke, gefragmenteerde en fragiele sociale verbindingen met de samenleving. Doordat de samenleving steeds minder goed aansluit bij hun behoeften en belangen, en zij deze ook minder goed kunnen behartigen, worden ze maar slecht gehoord door beleidsmakers. 

Brandjes blussen of vraagstukken agenderen?

Wie gaat daar iets aan doen? U? Ik? De sociaal werker? Uw advies- of cliëntenraad sociaal domein? Dé politiek wellicht? Nu wordt aan mensen gevraagd vooral zelf wat meer redzaamheid aan de dag te leggen terwijl begeleiders het werk over de schoenen loopt. Zij zijn dagelijks hard bezig met het blussen van brandjes terwijl de samenleving in hoog tempo verder digitaliseert, ongelijker wordt en bindingen veranderen. Wie gaat deze worsteling en strijd van mensen met een lvb agenderen? Hopelijk wij allen, hun strijd behoeft solidariteit.

Over de auteurDr. Jaap Olthof werkt als postdoc onderzoeker en socioloog aan de opleiding Social Work, het Prins Claus Conservatorium en Kunstacademie Minerva van de Hanzehogeschool Groningen. Tevens is hij coördinator van de minor 'Inclusie van mensen met een lvb'.