De decentralisaties hebben grote veranderingen teweeggebracht voor mensen die ondersteuning nodig hebben. De overheid, het Rijk, trekt zich terug. Kijk naar de afbouw van bedden in de GGZ, de trend naar wonen in de wijk en het langer thuis blijven wonen van senioren. Dat zorgt voor grote uitdagingen en vraagstukken die nu op het bordje liggen van de gemeenten en de lokale politiek. Naast de decentralisaties zijn ook de principes van de participatiesamenleving meer en meer leidend. Wat kun je zelf nog doen of oppakken, samen met je omgeving? Als dat niet voldoende is, komt pas als allerlaatste de betaalde zorg om de hoek kijken. Voeg daarbij de dubbele vergrijzing en de personeelstekorten in de zorg en het is duidelijk dat de participatiesamenleving noodgedwongen nog sneller dichterbij komt dan gedacht.
Andere verhouding tot elkaar
In de participatiesamenleving komen mensen in een andere verhouding tot elkaar te staan. Er wordt meer en meer verwacht van naasten, buren èn het eigen initiatief. Mensen die zichzelf onvoldoende kunnen redden, worden daardoor afhankelijker van hun omgeving. Taken van professionals gaan naar vrijwilligers, individuele ondersteuning maakt plaats voor algemene collectieve voorzieningen. Een voorbeeld is de aanpak van eenzaamheid. Gemeenten betrekken daarbij nadrukkelijk vrijwilligers(organisaties). Het moge duidelijk zijn dat dit invloed heeft op inwoners die ondersteuning nodig hebben, maar ook op het werk dat vrijwilligers doen.
Van professioneel naar vrijwillig
Kwam er vroeger een betaalde kracht bij mensen thuis om te helpen met het eten. Tegenwoordig brengen vrijwilligers hoogbejaarde senioren met de belbus naar een buurthuis waar ze een gezamenlijke maaltijd nuttigen die door wijkbewoners is bereid. We zien dus een beweging van professionele hulp naar vrijwillige hulp en van professioneel maatwerk naar een groepsaanpak. Inwoners houden zwembaden en buurtwinkels overeind omdat de gemeenten er zelf geen geld meer voor (over) hebben. Als Koepel hebben we daar geen oordeel over, deze beweging hoeft niet per definitie verkeerd te zijn. Je samen voor iets inzetten, zorgt voor meer onderlinge samenhang en verbinding.
Voorwaarde: een krachtige gemeenschap
Er is wel een probleem. Een voorwaarde voor zorgen voor elkaar is een krachtige en betrokken gemeenschap. Het vraagt van inwoners dat ze zich realiseren dat er andere zaken van hen verwacht worden. Maar de ene gemeenschap is veel krachtiger en meer betrokken dan de andere. En meer zorgen voor elkaar lukt alleen als mensen elkaar kennen - of kunnen leren kennen -, anders komt er niets op gang. En daar zie ik een taak weggelegd voor de adviesraden, die de lokale samenleving op hun duimpje kennen. Weten zij òf en welke voorwaarden hun gemeente schept voor een krachtige gemeenschap waar mensen elkaar kennen? In welke mate informeert de gemeente de adviesraad en de wijkbewoners daarover? En hoe ondersteunt de gemeente de eigen initiatieven? De adviesraad is aan zet om dit duidelijk te krijgen en te maken.
Over de auteur: Petra van der Horst is directeur Koepel Adviesraden Sociaal Domein.
Deze blog maakt onderdeel uit van een serie over dit onderwerp. De komende weken vindt u ook de andere bijbehorende blogs online op onze website.