Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Inburgeren én werken: een uitdagende combinatie

Participatie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt, is niet alleen belangrijk voor henzelf, maar ook hard nodig om de vele openstaande vacatures te vervullen [1]. Het uitgangspunt van de Wet Inburgering 2021 is dan ook dat inburgeraars zo snel mogelijk participeren in de Nederlandse samenleving, het liefst via betaald werk. Gemeenten hebben een belangrijke taak bij het organiseren van inburgeringstrajecten, waarbij tegelijkertijd aan taal én aan participatie wordt gewerkt. Toch blijkt dit nog niet zo gemakkelijk. 

 

Door Marjan de Gruijter en Tamara A. Koolvrijdag 13 september

In de Wet inburgering 2021 wordt het leren van de taal én participatie gecombineerd. Het is de bedoeling dat inburgeraars – dit zijn naast statushouders ook gezinsmigranten – de Nederlandse taal die zij aan het leren zijn, oefenen in de praktijk [2]. Met name voor statushouders hebben gemeenten een belangrijke rol bij het organiseren hiervan. Bijvoorbeeld door werkgevers te vinden die open staan voor het bieden van een participatieplaats, of betaalde baan aan statushouders. Kennisplatform Inclusief Samenleven vraagt jaarlijks alle gemeenten in een enquête wat zij doen om inburgeraars te ondersteunen bij het inburgeren en het vinden van werk. Uit onze recente KIS Monitor Arbeidstoeleiding en Inburgering Statushouders en Gezinsmigranten [3] blijkt dat gemeenten doordrongen zijn van het belang van duale trajecten, maar dat het vinden van geschikte werkgevers én het realiseren van succesvolle matches een grote uitdaging is. 

Patstelling

Dit komt onder andere doordat werkgevers vaak eisen stellen aan het taalniveau van statushouders. De ambitie van de Wet inburgering en de wensen van werkgevers staan dan tegenover elkaar en dit zorgt voor een patstelling: statushouders hebben een taalrijke praktijkplaats nodig om Nederlands te oefenen en werkgevers willen, of kunnen, deze niet bieden, juist omdat statushouders nog bezig zijn om Nederlands te leren. Met grote inspanningen en in samenwerking met bereidwillige werkgevers worden in gemeenten al succesvolle matches gemaakt. Maar er is méér nodig om grotere groepen statushouders in staat te stellen om duaal in te burgeren.

Kansen

Zo kunnen gemeenten werkgevers ‘ontzorgen’ door statushouders die actief zijn bij een werkgever goed te begeleiden, en door waar nodig ondersteuning te bieden aan de werkgever. Er worden daarnaast goede ervaringen opgedaan met het organiseren van bijeenkomsten voor werkgevers waarin tips & tricks worden gedeeld over het bieden van betaald werk of een participatieplek aan statushouders. In dergelijke bijeenkomsten kunnen (potentiële) werkgevers worden voorgelicht over wat het inburgeren inhoudt en wat de gemeente kan doen om inburgeringsactiviteiten en werken (beter) op elkaar af te stemmen.

Tot slot kunnen gemeenten werkgevers wijzen op de Subsidieregeling Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders die onlangs in werking is getreden. Deze subsidie is bedoeld voor de extra begeleiding van statushouders op de werkvloer gericht op het verkleinen van taal- en cultuurverschillen. Alleen als méér werkgevers plaatsmaken voor statushouders, kunnen de doelstellingen van de Wet inburgering worden bereikt. 

 

Over de auteurs: Tamara A. Kool en Marjan de Gruijter zijn als onderzoekers verbonden aan het Verwey-Jonker Instituut. Binnen de onderzoeksgroep Maatschappelijke Participatie houden zij zich bezig met vraagstukken rondom sociale zekerheid, inburgering en (arbeids)participatie.

  1. CBS (2024, 15 mei). Arbeidsmarkt in eerste kwartaal iets minder krap
  2. Koolmees, W. (2021). Memorie van Toelichting. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
  3. De Gruijter, M., Kool, T.A., Dusault, Y., Samson, L., Gehring, A., en Acherrat, F. (2024). KIS Monitor 2024. Gemeentelijk beleid arbeidstoeleiding en inburgering statushouders en gezinsmigranten. Utrecht: Kennisplatform Inclusief Samenleven.