Vereniging van adviesraden die de lokale overheid adviseren vanuit het inwonersperspectief

Reis door de tijd: Waardevol werk voor én met langdurig werklozen

Bij het kennisinstituut Movisie ben ik tijdelijk werkzaam op het thema Waardevol Werken. De ontwikkelingen, die nu in dit domein spelen, herinneren mij aan eerdere ervaringen. Ik neem u in deze blog graag mee op mijn reis door de tijd.

Door Margriet Jongeriusmaandag 5 oktober 2020

In de jaren tachtig was sprake van een economische crisis en grote werkloosheid. In Rotterdam, waar ik werkte als directeur van het Stedelijk Bureau Ander Werk (SBAW), verstrekte de sociale dienst aan ruim 60.000 mensen een bijstandsuitkering. De re-integratie naar een baan werd uitgevoerd door het arbeidsbureau. Beide organisaties, één voor inkomen en één voor werk, hadden ieder eigen loketten verspreid over de stad. Tussen de beide organisaties vond onvoldoende afstemming plaats. 

Jaren ’70 en ’80: Activerend arbeidsmarktbeleid

In diezelfde periode concludeerden de kabinetten Lubbers, dat de ruimhartige voorzieningen van de jaren ’70 te weinig mensen aan het werk hielp. Het kabinet schakelde over op een activerend i.p.v. een passief arbeidsmarktbeleid. In 1982 overwoog minister André van der Louw zelfs werklozen een arbeidsplicht op te leggen. Zijn plan belandde indertijd in een lade, nadat boze jongeren reageerden met het omspitten van zijn tuin. De roep om bijstandsgerechtigden aan de slag te krijgen was daarmee echter niet weg: het idee van ‘voor wat hoort wat’ werd vaker gehoord en kreeg in de loop der jaren steeds opnieuw een eigen invulling. 

Jaren ’90: Banenpool en jongerenpool

Door veranderingen in de Algemene Bijstandswet werd in 1993 voorzien in een meer stimulerende rol van de sociale diensten bij het laten doorstromen van de bijstandsgerechtigde naar betaald werk. Sociale Diensten werden diensten voor Werk&Inkomen en het motto werd: van vangnet naar trampoline! In 1994 werden middelen vrijgemaakt voor het opzetten van een banenpool en jongerenpool. Langdurig bijstandsgerechtigden en werkloze jongeren werd gedurende twee jaar een betaalde baan aangeboden tegen een salaris van maximaal 1,2 keer het minimumloon. Het werk betrof tijdelijke door de overheid gecreëerde en gesubsidieerde banen, zoals conciërges op scholen en instellingen en toezichthouders in het openbaar vervoer. Het doel van deze banen was het opdoen van werkervaring en bevorderen van de doorstroom van deze medewerkers naar een functie op de reguliere arbeidsmarkt. Medewerkers, die binnen de overeengekomen periode niet in staat bleken een plaats te verwerven op de reguliere arbeidsmarkt, keerden terug naar de bijstand. Een deel van hen werd vervolgens geplaatst en geactiveerd in een ander re-integratietraject. In een groot deel, die terugviel in de bijstand werd niet meer geïnvesteerd. Zij kwamen (opnieuw) terecht in de zogenaamde de kaartenbak van de dienst voor Werk&Inkomen.  

Jaren rond het millennium: Sociale Activering

De banenpoolregeling is in 2004 door het kabinet Balkenende afgeschaft. De grootste kritiek was dat de gesubsidieerde medewerkers nauwelijks doorstroomden naar reguliere banen. Bij het nemen van dit besluit was onvoldoende aandacht voor de vraag of werkgevers überhaupt wel bereid zijn in de betreffende doelgroep te investeren en een reguliere baan te creëren passend bij het vermogen van de werknemer. Ook werd voorbij gegaan aan de waarde, die deze gesubsidieerde banen had voor zowel de deelnemers als de samenleving. 

Al in 1993 plaatste één van de Rotterdamse directieleden van de dienst SoZaWe vraagtekens bij de landelijk beleidslijn. Betaalde arbeid voor allen is een fictie. Zo dacht ik er ook over. Naast een activerend arbeidsmarktbeleid is een activerend welzijnsbeleid nodig. Sociale Activering deed zijn intrede. Dit betreft sociaal beleid gericht op het vergroten van maatschappelijke deelname van mensen, die vooralsnog kansloos zijn op de reguliere arbeidsmarkt. In 2000 werd de stimuleringsregeling sociale activering onderdeel van de bijstandswet. Uitkeringsgerechtigden werden gestimuleerd mee te doen in de samenleving met behoud van uitkering. 

Terug naar Rotterdam

In Rotterdam startte ik samen met sociale werkers in de wijk in 1995 vooruitlopend op de stimuleringsregeling sociale activering het project Onbenutte Kwaliteiten. Het project werd gefinancierd door SoZaWe. Het verstrekken van een uitkering zagen we als een mooie sociale verworvenheid, maar we ontdekten de mensen wilden meer. In gesprek met bijstandsgerechtigden bleek dat ze, mee willen doen en gewaardeerd worden op hun bijdrage. Zij waren het zat telkens opnieuw afgewezen te worden, alleen beoordeeld te worden op wat ze niet konden en raakten gedemotiveerd verder deel te nemen aan re-integratietrajecten. In het project Onbenutte Kwaliteiten draaiden we het om. We gingen in gesprek over wat mensen wel kunnen. Dat klinkt nu heel logisch. Dat was het toen niet. We keken deze aanpak af van outplacementbureaus. Als die aanpak werkt voor werkzoekenden met een topfunctie, dan werkt hij ook voor mensen die langdurig buiten het arbeidsproces staan. Het SBAW ondersteunde hierbij met het opzetten van de werkprojecten vaak samen met welzijns- en onderwijsorganisaties. Er ontstond een bruisende praktijk met wijkservicediensten, kringloopbedrijven, dress for success, autosleutelwerkplaatsen en centra voor het maken van las- en houtbewerkingsproducten.  

Tegenprestatie

In de loop van de tijd kwam in dit beleid verandering. De economie en de arbeidsmarkt trok aan. Het aantal banen steeg en het aantal uitkeringsgerechtigden daalde. Het kabinetsbeleid richtte zich gezien het aantal openstaande vacatures steeds meer op de verplichting tot mee doen op de reguliere arbeidsmarkt. Investeren in maatschappelijke projecten verdween daarmee uit beeld. Ook de Wet Sociale Werkvoorziening werd afgeschaft. Doel werd mensen met een beperking te bemiddelen naar een “gewone” baan. Dat gold ook voor bijstandsgerechtigden. Bij het inwerkingtreden van de Participatiewet, die zowel werk als inkomen omvat, werd in 2015 de tegenprestatie een van de nieuwe maatregelen. Het budget voor re-integratie werd tegelijkertijd sterk gereduceerd. Gemeenten kunnen bijstandsgerechtigden opdragen een maatschappelijk nuttig tegenprestatie te leveren in ruil voor hun bijstandsuitkering. In een aantal gemeenten was dit al praktijk voor januari 2015. De toepassing verschilt per gemeente; een tegenprestatie op basis van vrijwilligheid of verplicht. In 2015 trad ook de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in werking. Daarbinnen is ook aandacht voor participatie, vanuit de gedachte dat meedoen bijdraagt aan het welzijn van kwetsbare mensen. 

Niet voor iedereen toegankelijk

Eind 2019 en begin 2020 (vóór de corona-crisis) was voor het eerst een merkbaar breed besef, dat het niet mogelijk is iedereen te plaatsen op de reguliere arbeidsmarkt. Ondanks de hoogconjunctuur is de arbeidsmarkt voor een grote groep mensen, volgens het SCP 2 miljoen, die wel willen werken, niet toegankelijk. Recente rapport van het SCP naar de werking van de Participatiewet, van de WRR en de commissie Borstlap bevestigen deze conclusie. Ook in een aantal gemeenten en in de nieuwe verkiezingsprogramma’s van politieke partijen is steeds meer aandacht voor deze gedachtegang. Bij Movisie startten we vorig jaar samen met Divosa een ontwikkelgroep Waardevol Werken. Een korte beschrijving van een aantal van deze maatschappelijke praktijken zijn opgenomen in het document Waardevol WerkenOpen dit document met ReadSpeaker docReader . Geïnspireerd op de ervaringen van de initiatiefnemers en hun deelnemers schetsten we een toekomstbeeld zie deze infographic. Verbreed de definitie van arbeid en maak deelnemen voor iedereen toegankelijk.

In de lopende discussies op tal van plaatsen wordt gesproken over het creëren van basisbanen, participatiebanen, basisinkomen, participatie-inkomen, een parallelle arbeidsmarkt, een recht op arbeid. Beoogd doel is het creëren van maatschappelijk waardevol werk voor iedereen tegen een acceptabele beloning. Dit komt niet alleen de bijstandsgerechtigden maar ook de samenleving ten goede. 

Invloed coronacrisis 

De grote vraag die zich inmiddels opdringt is of gezien de coronacrisis en als gevolg daarvan de oplopende werkloosheid genoeg middelen en aandacht behouden blijft voor het positief benaderen, begeleiden en creëren van waardevol werk voor en met de groep langdurig werklozen. Dat vraagt om het daadwerkelijk verzetten van de bakens. 

Wat zou het mooi zijn als alle energie die gestoken is in het op gang brengen van deze beweging naar een inclusieve arbeidsarbeidsmarkt voor en met iedereen ook de komende periode doorgaat en zijn beslag krijgt in het nieuwe coalitieakkoord. 

Mijn advies is blijf ook bij toenemende werkloosheid positief aandacht schenken aan mensen in een kwetsbare positie. Laat hen naar vermogen meedoen. Zet in op begeleiding en basisbanen. Verander het systeem. Ter inspiratie verwijs ik ook naar Kansrijk Nederland.

 

Over de auteur: Margriet Jongerius is Senior Projectleider Movisie

 

Bronnen:     
Artikel Binnenlands Bestuur: Van vangnet naar trampoline  
SCP rapport: Doelstellingen Participatiewet niet behaald   
Commissie Borstlap rapporten: In wat voor land willen wij werken 
WRR rapport Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht 
Deelnemers ontwikkelgroep Waardevol Werken in gesprek met wetenschappers